Media 101 Trainingen

Leer hoe je met mainstream journalisten moet werken;

  • Leer de media begrijpen en hoe ze jou kunnen helpen met het creëren van een verhaal rondom je campagne;
  • Soorten acties die aandacht van de media trekken;
  • Hoe schrijf je persberichten, met tips voor sterke quotes; en
  • Hoe geef je interviews aan de pers.

Sessies

Hieronder vind je vijf sessies om mensen te trainen in mediavaardigheden. Deze sessies kunnen achter elkaar worden gegeven in één dag, of als aparte workshops. (Als je een enkele sessie gaat doen raden we je aan om te beginnen met de module “Leer de media begrijpen” om wat context te scheppen.)

1. Leer de media begrijpen (1 uur)

Benodigde materialen

Introductieronde (5 min)

Journalistieke waarden (25 min)

Relaties opbouwen met journalisten (30 min)

2. Maak je actie mediawaardig (1,5 uur)

Benodigde materialen

Wat niet werkt: wat is niet interessant voor de media? (20 min)

Een actie pitchen (20 min)

Organiseer acties met meer actielogica (30 min)

Toepassing: Actie Accordeon (20 min)

3. Hoe schrijf je een persbericht/uitnodiging voor een persbijeenkomst (1,5 uur)

Benodigde materialen

Tijdlijn voor het benaderen van de media (30 min)

Optioneel: deelnemers schijven snel een uitnodiging voor een persbijeenkomst (15 min)

Groepsbespreking van de persberichten/uitnodigingen voor persbijeenkomsten (20 min)

Hoe schrijf je sterke quotes en opvallende nieuwskoppen (20 min)

Oefening in framing: het Krantenspel (15 min)

Afsluiting: wat hebben we geleerd (5 min)

4. Pitchen voor de pers & basis interviewtechnieken (1:45 uur)

Benodigde materialen

Oefenen met het pitchen van een verhaal (15 min)

Rollenspel: iedereen doet een pitch (25 min)

Bekijk een video, bespreek de interviewtechnieken (20 min)

Rollenspel: iedereen wordt geïnterviewd (30 min)

Afsluiting: zelfreflectie (15 min)

5. Introductie in woordvoerder zijn (<3,5 uur)

Benodigde materialen

Optioneel: korte introductieronde (5-30 min)

Optioneel: Sneeuwballenspel (10 min)

De do’s en dont’s voor een woordvoerder. (20 min)

Bespreek de ingrediënten voor een goed mediabericht (10 min)

Deelnemers bereiden een media statement voor (20 min)

Deelnemers oefenen met hun mediaverklaring (20 min)

Opnemen van het mediaverklaring (45 min)

Rollenspel: kort interview (60 min)

Afsluiting: wat hebben we geleerd (5 min)

Hand-out: Waar op te letten & feedback op interviews

Hand-out: Voorbeelden van interviewvragen


1. Leer de media begrijpen (1 uur)

Benodigde materialen

  • Post-its
  • Flipover & stiften
  • Hand-outs

Introductieronde (5 min)

Laat iedereen zijn/haar naam zeggen en één ding benoemen dat ze graag met deze workshop willen bereiken.

Journalistieke waarden (25 min)

Zorg dat mensen groepjes van drie maken met elkaar.  Vraag de deelnemers of ze groepjes van drie willen vormen, bij voorkeur met mensen die ze niet kennen.

Vraag ze om over het volgende na te denken: “Wat voor redenen kunnen jullie bedenken waarom iemand journalist wil worden?”  Focus voor deze workshop vooral op de mainstream journalisten.  Afhankelijk van de groep en het doel van je workshop kan je dit nog verder specificeren naar gedrukte media, tv, bloggers, etc.

Geef mensen 5 minuten om in hun groepjes een paar redenen te bedenken. Kom weer samen en maak een lijst van alle redenen.

Stel dan aan de hele groep de vraag: “welke van deze waarden en redenen komen overeen met jouw waarden?” Je zult merken dat veel journalisten voor hun beroep hebben gekozen omdat ze geloven in een geïnformeerde bevolking, of democratie, of omdat ze het een manier vinden om gerechtigheid te bevorderen. Erken dat niet alle waarden overlappen, maar leg vooral de nadruk op de overeenkomsten.

Vraag mensen vervolgens om het volgende weer in hun kleine groep te bespreken: “En wat voor restricties zijn er voor zo’n journalist om deze waarden te kunnen uitdragen?”  Met andere woorden, stel je wordt journalist en je draagt al die waarden. Wat maakt het moeilijk voor jou om als journalist bij een krant te werken?

Geef mensen weer 5 minuten om hierover te praten.

Laat iedereen weer bij elkaar komen en bespreek de antwoorden waarmee de groepjes komen.  Probeer tijdens deze discussie de beperkingen voor de journalisten te benadrukken (deel de hand-out “Leer journalisten begrijpen” uit). Dit is een mooi moment om ervaringen te delen over hoe je contacten opbouwt met journalisten.

PRO-TIP: Neem voldoende tijd voor deze sessie. Door in de schoenen van journalisten te gaan staan, kunnen we ons beter inleven in de situaties en moeilijkheden waar journalisten mee zitten. Dit is heel waardevol voor mensen die ofwel weinig weten van de media ofwel alleen in stereotypes denken. Zodra we begrijpen wat de behoeftes zijn van de media worden andere dingen ook duidelijker — zoals waarom we journalisten moeten inlichten voordat een actie plaatsvindt of waarom we begrip moeten tonen voor het hoge werktempo en stress bij redacties.

Relaties opbouwen met journalisten (30 min)

Leg uit: “We hebben tot nu toe gedacht vanuit het perspectief van journalisten. Dus laten we nu weer activisten worden. Journalisten hebben misschien wel overlappende waarden met ons, maar we moeten nog steeds met hun beperkingen rekening houden — wat, zelfs als ze het volledig met ons eens zijn, het moeilijk maakt om media-aandacht te krijgen. Dus, met die beperkingen in ons achterhoofd, wat denken jullie dat wij moeten doen om die media-aandacht van hen te krijgen?”

Laat mensen nieuwe groepen maken (met andere mensen die ze niet kennen).   Beantwoord in de kleine groepjes de volgende vraag: “Denkend vanuit de discussie die we net hebben gehad, wat kunnen activisten dan doen om in gesprek te komen met journalisten? Wat voor nieuwe dingen hebben jullie gehoord?” Vraag iedereen om hun antwoord op een post-it te schrijven. (Geef elke groep 2 of 3 post-its.)

Geef mensen weer 5 minuten.

Laat mensen hun post-it opplakken op een plek waar iedereen ze kan zien, en laat ze van gedachten wisselen.  Ook hier is weer een goed moment om verhalen en voorbeelden met elkaar te delen.

Bespreek de lijst. Als er bepaalde punten niet zijn genoemd (of als je ze wilt onderstrepen), vergelijk de lijst met de punten uit de hand-out “Hoe je een positieve relatie opbouwt met de pers”.

Vraag aan de groep, “Veel van de punten op deze lijst gaan erover hóe we met verslaggevers communiceren.  Kunnen jullie voorbeelden noemen wáár we communiceren met verslaggevers?”  Zorg dat de volgende plekken in ieder geval voorbij komen: persberichten, 1-op-1 gesprekken, elkaar ontmoeten op evenementen, en zelfs tijdens lunches/borrels. Het doel van deze sessie is om mensen breder te laten denken dan persberichten — namelijk om journalisten meer persoonlijk te benaderen en het contact met hen goed te onderhouden.

Hand-out “Checklist Media Acties”.


2. Maak je actie mediawaardig (1,5 uur)

Benodigde materialen

  • Hand-outs
  • Stiften en tape
  • Papier en pennen (genoeg voor een setje per deelnemer)

Wat niet werkt: wat is niet interessant voor de media? (20 min)

Leg uit: “Zelfs als je heel veel aandacht besteedt aan het bereiken van de media zal het geen vruchten afwerpen als je geen goed verhaal hebt. We zijn vaak langer bezig met nadenken over wat we op onze spandoeken schrijven dan over de actie zelf. Laten we beginnen met wat een actie onaantrekkelijk maakt voor de media om er aandacht aan te besteden. 

Bedenk, vanuit wat je weet over de media, wat acties oninteressant kan maken voor de pers? Maak een lijst.

Zorg dat de lijst in ieder geval de volgende valkuilen voor de groep bevat:

  • Ritueel (steeds dezelfde (soort) actie herhalen);
  • Geen visuele actie (of auditief, voor de radio);
  • Geen drama (je weet al wat er gaat gebeuren voordat de actie begonnen is);
  • Saai.

Vraag mensen gedurende de sessie naar voorbeelden. Vertel over acties die volgens jou heel media-onwaardig waren! Wees ook tactvol: dit probleem kan diep geworteld zitten bij sommige mensen en een actie kan altijd niet aantrekkelijk worden gevonden door de media — dat is niet oké, maar het is zoals het is.

“Er zijn verschillende manieren om je actie mediawaardiger te maken: maak een betere pitch voor de actie of pas de actie zo aan dat het aantrekkelijker wordt. Soms zitten we met een slechte actie die je moet pitchen, maar — als de media ons doel is — kun je journalisten wel geïnteresseerd krijgen, als je goed nadenkt hoe de actie hen kan aanspreken. Dat betekent 9 van de 10 keer dat je meer dan een enkele actie moet verzinnen; in plaats van losse acties moet je denken in een volledig verhaal, een narritief. Laten we de komende 20 minuten gebruiken om te oefenen.”

Een actie pitchen (20 min)

Verzin voor deze activiteit een voorbeeld of vraag een voorbeeld uit de groep. Bijvoorbeeld: “Een groep van 20 studenten gaan hun eerste actie doen rondom een divestment campagne. Hun doel is om te zorgen dat de universiteit divesteert uit fossiele brandstoffen en ze gaan om dit te eisen demonstreren voor het kantoor van de directeur.”  Beschrijf het voorbeeld zo simpel en saai mogelijk.

Leg uit dat de deelnemers de aard van de actie niet mogen veranderen — ze mogen alleen andere manieren verzinnen om het aan de pers te vertellen. Laat mensen een halve minuut zelfstandig nadenken over hoe zij de actie het best kunnen pitchen tegenover de mainstream media. Maak zelf redelijke aannames als je meer informatie nodig hebt.

Laat de groep in tweetallen hun ideeën met elkaar delen. 

Spoor mensen na een paar minuten aan om creatief te worden in de benadering: “Kijk eens of je een manier kunt bedenken om de actie te pitchen die niemand anders in deze zaal heeft bedacht.” Geef ze hier een paar minuten voor.

Vraag mensen nu in de hele groep: “Wat hebben jullie kunnen bedenken?”  Probeer elke strategie een naam te geven om ze interessanter te laten klinken (gebruik bijvoorbeeld superlatieven zoals “eerste”, verbind ze met de wereldwijde situatie, of gebruik voorbeelden uit de geschiedenis). Schrijf deze namen op een flipover. De titel van de flipover: “Hoe maak je acties meer mediageniek.”

Nadat iedereen zijn of haar idee heeft gedeeld, vraag het volgende: “Wat kunnen we nog meer toevoegen aan deze lijst?” Als iemand voorstelt om de actie zelf aan te passen, gebruik deze opmerking dan om naar de volgende stap te gaan in het proces.

(Houd de flipover op deze pagina, want er wordt straks op verder geschreven.)

Organiseer acties met meer actielogica (30 min)

Volgende vraag: Oké, wat als we de actie een beetje mogen aanpassen?  Wat kunnen we dan nog meer doen? Laat mensen weer in hun eerste duo zitten en kijk of er ideeën opkomen die de actie interessanter voor de media kunnen maken. Geef zelf een voorbeeld of vraag er een uit de groep.

Geef ze 5 minuten, vraag dan iedereen om ideeën te spuien.

Terug naar de flipover: “Wat kunnen we toevoegen aan deze lijst?” Voeg de aanpassingen toe aan de lijst.

Leg uit dat hét ingrediënt voor acties een sterke “Actielogica” is. Deel de hand-out uit en lees hem voor of licht de belangrijkste punten uit.

Ga terug naar de flipover om deze met de groep te bespreken.

Toepassing: Actie Accordeon (20 min)

Deel de volgende hand-out uit: Bedenk NIEUWS-waardige actiesAls de tijd het toelaat kun je de hand-out hardop voor, of laat de deelnemers het voor zichzelf lezen. Kijk of er nog vragen zijn over deze of andere technieken die jullie vandaag behandeld hebben.

Leid de Actie Accordeon-tool.

Vertel: “Nu gaan we hiermee oefenen! Dit is wat je gaat doen: beschrijf bovenaan het papier een actie die je moet pitchen bij de media — het mag er een zijn die binnenkort staat te gebeuren of een die je zelf verzonnen hebt. Schrijf genoeg details over de actie op, zodat het duidelijk is voor de rest van de groep. Want we gaan vervolgens het papier doorgeven en elke keer schrijf je een manier op om de actie beter te pitchen of om de actie zelf een beetje aan te passen.

Wat er gaat gebeuren is dat uiteindelijk iedereen het papier steeds uitwisselt met iemand anders.

Ieder persoon leest de beschrijving bovenaan en schrijft daaronder een manier op om de actie beter te pitchen of aan te passen om hem mediawaardiger te maken. We weten misschien niet genoeg over de context, maar laten we oefenen met de gedachte dat we zo inspiratie bij elkaar op doen. Tot slot moet elk persoon de rest van het papier over zijn/haar tekst vouwen en weer terug vouwen, als een accordeon, en geeft hem door aan iemand anders van de groep.

Doe ten minste 6 à 7 rondes. Laat dan de deelnemers de papieren teruggeven aan degene die de actie beschrijving heeft geschreven. Laat mensen dan in een paar kleinere groepen bespreken: Zitten er goede ideeën tussen? Hoe was het om aanvullingen te verzinnen voor de actie van iemand anders?

Sluit af met een compliment voor de groep.


3. Hoe schrijf je een persbericht / media uitnodiging (1,5 uur)

Benodigde materialen

  • Hand-outs
  • Flipover & stiften
  • Een stapel kranten van verschillende uitgevers
  • OPTIE OM TIJD TE BESPAREN: Deelnemers nemen voorbeelden mee van persberichten/uitnodigingen voor persbijeenkomsten die ze hebben geschreven

Tijdlijn voor het benaderen van de media (30 min)

Leg uit: “Een van de limiterende factoren die de effectiviteit van media tegenwerkt is tijd – journalisten staan onder constante druk om een volgend artikel te schrijven of item op te nemen. Laten we dit gebruiken om na te denken over een tijdlijn voor wanneer we de media moeten benaderen.”

Bespreek in kleine groepen wat de beste manieren zijn om de pers te benaderen voor, tijdens en na een actie. Neem hier drie minuten voor.

Vraag mensen om hun gedachten hierover te delen. Geef voorbeelden om belangrijke informatie die mensen geven te verifiëren.

Hand-out: “Perberichten en uitnodigingen voor persbijeenkomsten. Geef de deelnemers een paar minuten om de suggesties van de hand-out te lezen. Bespreek er een paar (zoals waarom moet je verslaggevers een paar dagen van tevoren inlichten? Waarom moet je een dag voor de actie bellen?).

Bespreek de hand-out: Wat is een persbericht & een uitnodiging voor een persbijeenkomst? Lees de eerste pagina van de hand-out hardop voor (of laat een van de deelnemers het doen). Beantwoord vragen als die er zijn.

“Deze tijdlijn helpt ons ook om te bedenken wat we in de uitnodiging voor een persbijeenkomst kunnen schrijven. We schrijven om hun aandacht te trekken — net genoeg om verslaggevers te verleiden om te komen. Laten we hier eens mee gaan oefenen.”

Optioneel: deelnemers schrijven zelf snel een uitnodiging voor een persbijeenkomst (15 min)

(In plaats van mensen te laten schrijven tijdens de workshop kan je ook vooraf een paar mensen vragen om een paar voorbeelden van persberichten en uitnodigingen voor persbijeenkomsten mee te nemen.)

Vertel: we gaan samen naar de uitnodigingen kijken. Om dat te doen moeten we er eerst een paar schrijven. Dus neem een actie in je hoofd die eraan komt — neem ongeveer 10 minuten de tijd om een uitnodiging voor een persbijeenkomst te schrijven. Als jullie dat fijner vinden, mag je ook met anderen schrijven.

Geef de deelnemers 15 minuten de tijd om te schrijven. Wees niet bang dat er te weinig tijd is — dat is namelijk zo, maar het is daarmee een goede oefening om snel en efficiënt te schrijven. En ze krijgen later een kans om aan het bericht te schaven.

Groepsbespreking van de persberichten/uitnodigingen voor de pers (20 min)

Laat mensen hun uitnodiging delen met de “journalist” (bij voorkeur een echte journalist en anders iemand met veel ervaring op dit gebied).

De journalist leest de uitnodiging voor en geeft direct terugkoppeling over wat er goed en minder goed was.

Bespreek het met de hele groep en beantwoord eventuele vragen. Het is een mooie mogelijkheid om op deze manier feedback te geven over het schrijven van goede uitnodigingen voor een persbijeenkomst (of persberichten, als iemand daar een voorbeeld van heeft meegenomen), zoals:

  • Houd het kort, maximaal één pagina:
  • Besteed de meeste aandacht aan het verzinnen van de perfecte titel en eerste paragraaf — je hebt maar een paar seconden om uit te leggen wie je bent en waarom iemand verder zou moeten lezen. Beschrijf de wie, wat, wanneer en waar in je titel en/of eerste paragraaf.
  • Gebruik cijfers en sterke quotes:
  • Check je spelling, grammatica en interpunctie.

Doe deze oefening ten minste drie keer.

Hoe schrijf je sterke quotes en opvallende nieuwskoppen (20 min)

Laat mensen groepen van drie vormen met anderen die ze nog niet goed kennen.

Leg uit: “Een van de manieren om beter te worden in schrijven is door te oefenen op goede zinnen en mooie quotes. Hoe kan je het best te weten komen wat de media zal publiceren?  Door te kijken naar wat ze publiceren!”

Deel de stapel kranten uit. 

Leg uit: “Ik geef iedereen straks een krant. Blader erdoorheen en schrijf interessante zinnen, quotes en opvallende nieuwskoppen op. Het hoeft niet over ons werk te gaan — we zoeken nu alleen naar wat er allemaal in de kranten komt. Daarna zullen we bespreken wat jullie gevonden hebben.”

Geef hier 7 minuten voor. Mensen schrijven zinnen, quotes en opvallende nieuwskoppen op.  Moedig mensen aan om van elke soort een paar op te schrijven.

“Wat heb je gevonden?” Vraag de deelnemers om hun gevonden zinnen in kleine groepen te bespreken. Vraag ze ook of ze tips af kunnen leiden van wat ze opgeschreven hebben.

Bespreek met de hele groep deze tips over hoe je goed kan schrijven (inclusief het schrijven van quotes). Laat mensen eerst zelf nadenken over wat een quote goed maakt.  Lessen die ze er uit kunnen halen zijn onder andere:

  • Heb een gericht doel voor ogen bij het formuleren van je quote (ga niet je actie herhalen);
  • Gebruik speelse en makkelijke taal (quotes moeten niet klinken alsof ze van tevoren bedacht zijn, ze moeten goed te begrijpen zijn en zonder jargon erin);
  • Zorg dat elke zin apart te citeren is en ook los zijn betekenis behoudt;
  • Gebruik stevige taal die goed blijft hangen;
  • Vraag toestemming bij degene die iets heeft gezegd of je het mag citeren!

Bespreek de koppen die mensen hebben opgeschreven.  Strategieën om een sterke kop te schrijven zijn onder andere:

Oefening in framing: Het Krantenspel (15 min)

Leg uit: “Het lezen van het nieuws kan je helpen om een betere schrijver te worden en leren hoe je met de media moet samenwerken. Wat ook helpt is om flexibeler om te gaan met hoe we het probleem framen. Deze oefening gaat helpen om handiger te worden in het verbinden van ons probleem met dingen die nu in het nieuws zijn. Het kan nuttig zijn om een verhaal zo te vertellen dat het aansluit bij een ander probleem waar de media al over aan het schrijven zijn.

In kleine groepen: Iemand leest het eerste deel van een krantenartikel voor. Dan moet de groep bedenken hoe ze hier op verschillende manieren hun eigen probleem aan het artikel kunnen koppelen.

Dit is een lastige opdracht en je moet mensen hier misschien eerst mee helpen. Het is niet de bedoeling om een vergezochte verbinding te maken, maar om een zo sterk en zo logisch mogelijke connectie te leggen tussen de problemen. Dit is een goede vaardigheid om te leren — oefenen met verschillende kwesties aan elkaar verbinden — dat helpt ook de media met ons verhaal aan een bestaand probleem te koppelen. En als we onze verhalen niet op deze manier pitchen kan deze vaardigheid ook nog handig zijn als je onverwacht geïnterviewd wordt.

Uitspraak van campaigner: “Het Krantenspel geeft je de vaardigheid om ons probleem aan alles en iedereen te verbinden — en het heeft ons geholpen om ons verhaal politiek te maken, zodat andere mensen ook makkelijker de verbanden kunnen leggen.”

Gebruik de laatste 8 minuten om te oefenen en een korte reflectie op wat we hebben geleerd.

Afsluiting: wat hebben we geleerd (5 min)

Als afsluitingsronde voor deze sessie: Laat iedereen een krantenkop verzinnen waarin ze beschrijven wat ze hebben geleerd en deel deze met elkaar.


4. Pitchen voor de pers & basis interview-technieken (1:45 uur)

PRO-TIP: bij een rondvraag aan werknemers van 350.org kwamen we erachter dat ze vaak geen persberichten gebruiken en dat er toch over hun acties wordt geschreven in de media. Hoe? Door goede relaties op te bouwen met verslaggevers en zo betrouwbaar te zijn als bron dat je ze zo kan opbellen om naar een actie te komen.

PRO-TIP: Als het lukt, zorg dat er een journalist bij deze sessie aanwezig kan zijn. Zij kunnen het interview leiden en direct vanuit hun ervaring feedback geven. Op deze manier is de feedback van betere kwaliteit en bouw aan de relatie met deze journalist. (Wij hebben journalisten benaderd die nooit over ons onderwerp geschreven hadden en na de sessie gingen ze over onze onderwerpen schrijven!)

Benodigde materialen

  • Hand-outs
  • Flipover & stiften
  • Laptop om video op te laten zien
  • Pennen en papier (genoeg voor één per persoon)

Oefenen met een verhaal pitchen (15 min)

Vertel enthousiast: “Laten we aan de slag gaan met het pitchen van verhalen aan verslaggevers!” Zet twee stoelen met de rugleuningen tegen elkaar op een plek waar iedereen ze kan zien.

Laat mensen nadenken over acties voor hun campagne. “Wie zou er willen oefenen met het opbellen van een verslaggever? Je hebt een persbericht gestuurd voor je actie die morgen plaatsvindt — je wil dus checken of ze mogelijk komen.”

Laat een vrijwilliger op een van de stoelen zitten en zijn/haar actie pitchen. Als je geen journalist hebt geregeld, vraag dan iemand die ervaring heeft met de pers om een vriendelijke journalist te spelen — deze mag op de andere stoel gaan zitten.

Laat ze oefenen met de verslaggever opbellen, voor de rest van de groep.

Geef meteen feedback op hoe het ging. Wat voelde overtuigend? Benadruk de dingen die goed gingen. Wat kon er scherper gebracht worden? Vraag de beller, de verslaggever en de andere deelnemers om feedback. Dit is een goed moment om een aantal punten duidelijk te maken, zoals:

  • Vraag of een verslaggever een paar minuten tijd heeft voor een gesprek (het heeft geen zin te gaan praten als ze geen tijd hebben);
  • Stel jezelf voor;
  • Zorg dat je voorbereid bent om kort over je actie te vertellen;
  • Geef vroeg in het gesprek “haakjes” (of redenen waarom de actie interessant is);
  • Wees jezelf — en laat jezelf zien (je bent bezig een professionele relatie op te bouwen);
  • Het is oké om te vragen of hij/zijn naar het evenement komt.

Rollenspel: iedereen pitcht een verhaal (25 min)

Maak twee rijen om te oefenen: 

Deel de groep in twee met even veel deelnemers in elke groep. De ene kant zijn de verslaggevers. De andere kant zijn de pitchers.

Leg uit:“We spelen nu dat je de verslaggever voor de derde keer opbelt. Ze zijn de eerste keer niet gekomen, maar twee weken geleden waren ze wel aanwezig bij een van je andere acties.  Nu ben je weer een volgende actie aan het voorbereiden… (neem een actie die gedaan is of gaat worden door je groep) …nu ga je deze verslaggever opbellen en vragen of hij/zij weer wil komen. Denk eraan dat het drukke mensen zijn, en dat je een relatie met hen wil opbouwen.”

Zorg dat de rollen duidelijk zijn — en laat ze van start gaan! Doe dit ongeveer 6 minuten lang, voordat het energieniveau daalt.

Bespreek kort met de hele groep wat de belangrijkste lessen zijn die jullie uit deze oefening kunnen trekken.

Laat mensen van rol wisselen en herhaal de oefening.

Laat daarna iedereen weer gaan zitten en reflecteer nogmaals met de hele groep. Bedenk dat je mensen ook aan het leren bent hoe ze met verslaggevers moeten praten en geef dus ook voorbeelden uit je eigen ervaring.

Hand-out: Leer journalisten begrijpen

Bekijk een video, bespreek de gebruikte techniek (20 min)

Zet de laptop klaar om een video te laten zien van een woordvoerder die namens activisten spreekt. Bekijk de video (korter dan 10 minuten). Hieronder staan een paar voorbeelden die je kunt gebruiken — maar gebruik vooral ook je lokale favorieten voorbeelden, voor zover mogelijk:

Na het interview: Verdeel iedereen in twee-tallen en deel met elkaar wat ze goed deden.  Bespreek de meest en minst belangrijke momenten. Wat overtuigde het meest? Wat viel je op aan de manier waarop ze met elkaar communiceerde?

Maak een lijst van “Media-interviews: wat werkt?” Ga door met het delen van verhalen.  Loop nog een keer de belangrijkste punten na aan het eind van de bespreking.

Geef iedereen: Hoe geef je goede interviews: the basics. Bespreek de punten op de hand-out die nog niet genoemd zijn, zoals de “ABC”-methode:

  1. Accepteer de vraag
  2. Bruggetje
  3. Content (de boodschap)

De ABC-methode gebruik je wanneer de vraag niet over je boodschap gaat. Je accepteert de vraag en gebruikt vervolgens een bruggetje om terug te komen op je punt, bijvoorbeeld:

  • “Dat is zeker een probleem, maar waar de mensen vooral bezorgd over zijn is …”..”
  • “Dat wordt inderdaad beweerd, maar ons onderzoek toont aan dat…”
  • “Ja, dat debat is gaande, maar vandaag focussen we op…”
  • “Dat is een manier om ernaar te kijken, maar we moeten eigenlijk kijken hoe dit in het grotere plaatje past…”

“Laten we dit met z’n allen gaan oefenen!”

Rollenspel: iedereen wordt geïnterviewd (30 min)

Net zoals bij de vorige oefening maak je twee rijen om te oefenen: 

Deel de groep in twee rijen met evenveel deelnemers in elke groep. De ene kant zijn de verslaggevers. De andere kant wordt geïnterviewd. Het interview duurt 5 minuten.

Leg uit: “Verslaggevers, jullie zijn niet vijandig, en je weet niets af van klimaatverandering. Je werkt bij de krant en je gaat een achtergrondartikel schrijven. Je bent op zoek naar interessante quotes en je wil het framen als een debat dat gaat over de lokale economie en of mensen de gevolgen van klimaatbeleid zich kunnen veroorloven. De andere helft wordt geïnterviewd naar aanleiding van de actie die jullie hebben besproken in het laatste rollenspel. Wat is je boodschap? Wat is je punt? Klaar om te beginnen?”

Zorg dat de rollen duidelijk zijn — en laat ze van start gaan!  Laat mensen 5 minuten hun gang gaan. En vraag ze dan te stoppen.

Bespreek kort met de hele groep wat de belangrijkste lessen zijn die men uit deze oefening kan trekken. Vraag: Hoe ging het interview? Wat deed je tijdens het gesprek goed, zodat je bij je eigen verhaal kon blijven? Vraag de verslaggevers: Wanneer gebruikte je partner de ABC-methode op een goede manier?

Draai de rollen om en doe het nog een keer. Laat daarna iedereen weer gaan zitten en reflecteer nogmaals met de hele groep. Bedenk dat je mensen ook aan het leren bent hoe ze met verslaggevers moeten praten en geef dus ook voorbeelden uit je eigen ervaring. Bespreek in ieder geval het gebruik van korte zinnen, het gebruik van persoonlijk voorbeelden, lichaamstaal, geen jargon, en dingen heel concreet maken. Hand-out: “Hoe geef je goede interviews: the basics”.

Afsluiting: zelfreflectie

Deel vellen papier uit. Laat mensen een snelle tekening van zichzelf maken. Laat mensen vervolgens opschrijven waar ze denken dat ze goed in zijn als het gaat om omgaan met de pers en het doen van interviews — zowel de dingen die ze al wisten als wat ze hebben geleerd in de sessie.

Ga de groep rond en laat elk persoon één ding vertellen wat ze hebben geleerd over hun vaardigheden.


5. Introductie in woordvoeder zijn (<3,5 uur)

PRO-TIP: Als het lukt, zorg dat er een journalist bij aanwezig kan zijn. Zij kunnen het interview leiden en direct vanuit hun ervaring feedback geven. Op deze manier is de feedback van betere kwaliteit en bouw je aan de relatie met deze journalist. (Wij hebben journalisten benaderd die nooit over ons onderwerp geschreven hadden en na de sessie gingen ze over onze onderwerpen schrijven!)

(De sessie die hierboven beschreven staat en het rollenspel voor korte interviews is ook wellicht handig om mee te nemen in deze training.)

Benodigde materialen

Genoeg materiaal om te filmen en de filmpjes terug te kijken voor elke groep van 5 mensen (als er bijvoorbeeld 20 mensen zijn, heb je 4 camera’s en 4 laptops nodig). Zo kan je, als er meer dan 5 deelnemers zijn, de deelnemers in kleinere groepen opdelen tijdens het opnemen en bekijken van de filmpjes.

  • Camera (of smartphone) en statief (zodat het beeld niet schokkerig wordt)
  • Laptop (of iets om de filmpjes van je camera op te laten zien – je hebt dan misschien ook bepaalde kabels of kaartlezers nodig om de filmpjes op je computer te krijgen)
  • Hand-outs
  • Flipover & stiften

Optioneel: korte introductieronde (5-30 min)

Als dit het begin is van de workshop en de mensen kennen elkaar nog niet, begin dan met een korte introductieronde.  “Iedereen gaat één voor één voor de groep staan en geeft een introductie van één minuut over zichzelf. Je mag alles zeggen wat je wil en je mag je op welke manier dan ook voorstellen. Ik zal de tijd bijhouden en vertellen wanneer je minuut over is.” Zorg dat de opdracht duidelijk is voor iedereen — ook dat dit niet op volgorde (van bijvoorbeeld de cirkel waar ze in staan) gaat, maar dat ze zelf moeten bepalen wie de volgende is.

Ga achterin de ruimte staan en wacht tot de eerste naar voren stapt om zichzelf te introduceren. Houd de tijd bij van ieders introductie. Als de laatste persoon is geweest, introduceer dan ook jezelf.

Houd je strak aan de tijd: Als mensen proberen snel klaar te zijn, herinner ze eraan dat ze een volle minuut hebben voor de hele groep. 

Deel mensen op in tweetallen en vraag hun reacties: Hoe vond je het? 

Noem een paar dingen die je gehoord hebt nadat de groep weer bij elkaar is. Vraag mensen om zich bewust te worden wat er allemaal bij komt kijken als je voor een groep staat, zoals tijd, improvisatie en de druk die op je kan staan. Bespreek dat dit vaardigheden zijn die je moet ontwikkelen als woordvoerder.

Optioneel: Sneeuwballenspel (10 min)

(Deze sessie is goed voor mensen die blijven hangen in het praten “als activisten” — daardoor zijn ze misschien minder goed in staat om contact te leggen met anderen die niet zo in dit onderwerp zitten.)

Begin het spel door vellen papier aan iedereen uit te delen.

Vertel iedereen: “Schrijf op je vel papier een paar punten die je graag maakt als je tot diep in de nacht in gesprek bent met andere activisten over onderwerpen zoals sociale verandering. Het kan specifiek over jouw campagne gaan, of gewoon over verandering in het algemeen.”

Geef mensen een paar minuten de tijd om één uitspraak per vel papier op te schrijven.   Als ze meer willen opschrijven, kunnen ze extra blaadjes pakken (moedig dit aan). Laat mensen hier niet te lang over nadenken.

DAN laat je iedereen zijn/haar papier verfrommelen. En dan mogen ze die naar elkaar gooien!  “Sneeuwballengevecht”!

Zeg ter afsluiting: “Wanneer we interviews geven — en zeker als het pittige interviews zijn — moet je je blijven bedenken dat je publiek vanuit een ander kader denkt en andere waarden hebben.  We kunnen dus geen afkortingen gebruiken. We kunnen ook niet vertrouwen op onze activistische waarden. We moeten waarden uitdragen die breed gedeeld worden — en we moeten leren om op een andere manier te communiceren. Dit is echt een manier om vaker toe te passen en het helpt als je veel met mensen praat die je niet in je kring van collega’s tegen komt. In deze workshop zullen we hier ook tips over geven.”

De do’s en dont’s voor een woordvoerder. (20 min)

Welkom bij deze sessie om woordvoerder te worden. Laten we even stilstaan bij wat een woordvoerder is: wat moet een woordvoerder zoal doen? Vraag om een paar reacties en schrijf ze op. En wat een woordvoerder wel en niet moet doen. Vraag om nog een paar reacties en schrijf ze op.

Maak deze twee lijsten compleet.  Zorg dat in ieder geval het volgende naar voren komt:

  • Woordvoerders moeten alleen spreken namens hun organisatie/groep/beweging;
  • Woordvoerders moeten passie uitstralen;
  • Woordvoerders moeten niet hypothetische vragen gaan beantwoorden;
  • Woordvoerders moeten niet antwoord geven op vragen waar ze het antwoord niet op weten.

Sluit af door te bedanken voor de input van de groep: “Nog iets wat een woordvoerder doet… hun boodschap aan de media overbrengen! Dus laten we hier nog iets verder op ingaan.”

Bespreek de ingrediënten voor een goed mediabericht (10 min)

De workshopleider begint met een voorbeeld van een mediaverklaring (statement) die je een keer hebt gemaakt (bijvoorbeeld om een actie of een nieuw rapport toe te lichten). Vraag mensen om wat dingen te delen die statement sterk maken; zorg dat in ieder geval het volgende wordt genoemd:

  • Niet voortbouwen op de framing van de tegenpartij, maar je eigen framing gebruiken;
  • Structureer je boodschap als “Probleem / Oplossing / Actie” — definieer het probleem goed (bv. een opwarmende aarde of het niet volgen van het Klimaatakkoord van Parijs), de oplossing die je voorstelt (bv. divestment), en de actie die van mensen verlangt (bv. brieven sturen of opbellen om druk uit te oefenen).

(Zie voor meer tips “Hoe geef je goede interviews: voor gevorderden”)

Deelnemers bereiden een mediaverklaring voor (20 min)

Laat mensen nadenken over een situatie die tijdens hun campagne kan voorkomen en laat ze een korte mediaverklaring van 20-30 seconden voorbereiden die:

  • hun positie duidelijk maakt;
  • deze positie rechtvaardigt;
  • hun positie illustreert en
  • wordt afgemaakt met een conclusie / eis / voorspelling.

Voorbeeld: “De Nobelprijs staat symbool voor de grootste prestaties door en voor de mensheid. Maar hun investeringen ondersteunen fossiele bedrijven die klimaatverwoesting veroorzaken. (Probleem) Je kunt niet tegelijkertijd wetenschappelijke successen eren en een bedrijf als Exxon ondersteunen dat al decennia probeert om klimaatwetenschap te frustreren. De Nobelstichting zou moeten ophouden met het investeren in de kolen-, olie- en gasindustrie. (Oplossing) Daarom vragen we de Nobelstichting nadrukkelijk om te divesteren uit fossiele brandstoffen. (Actie)

Deelnemers bereiden individueel hun statements voor – 10 minuten

Deelnemers oefenen met hun mediaverklaring (20 min)

“Laten we beginnen met een kleine oefening om onze statements te formuleren, voordat we ze gaan opnemen.”

Laat mensen tweetallen vormen. Elk van hen draagt zijn/haar mediaverklaring (statement) voor.  Deelnemers geven elkaar feedback op de presentatie en inhoud.  Bespreek dingen die de deelnemers geleerd hebben en eventuele vragen met de hele groep.

Dit is een mooi moment om de deelnemers te coachen aan de hand van concrete voorbeelden en verhalen.

Neem de mediaverklaring op (45 min)

Elke deelnemer neemt zijn/haar statement op (individueel, in een aparte ruimte terwijl de rest in de workshopruimte wacht). De wachtenden kunnen ondersteuning van elkaar krijgen om hun statement scherper te maken.

Vertel mensen dat ze moeten bedenken dat ze tegen een journalist praten (en niet tegen een camera). Ze kunnen meerdere malen opnemen.

Bekijk de opnames en geef feedback – 5 minuten per deelnemer, of zo veel tijd als er over is. Afhankelijk van wat je hebt meegenomen kun je dit ook in kleine groepjes doen.

Vraag aan de geïnterviewde: wat vond je goed gaan, wat vond je leuk. Hoewel het voor veel mensen makkelijker is om kritiek op zichzelf te geven, moet je hier benadrukken dat ze ook een paar positieve punten over zichzelf moeten noemen. Vraag ook anderen om feedback. Vul eventueel de feedback aan (zie hieronder: dingen waar je op moet letten als je feedback geeft op interviews).

Herhaal dit voor de vraag: ‘En wat ging er minder goed?’

Zodra je klaar bent met de feedback ronde vat je de voornaamste lessen en belangrijkste punten van de feedback samen en eindig je met een positieve noot.

Deel de volgende hand-out uit: “Hoe geef je goede interviews: Tips voor tv & radio”.

Rollenspel: kort interview (60 min)

Vertel mensen nogmaals dat dit een goede oefening is voordat je een echt interview gaat doen. Dit kan worden gedaan als een tv- of radio interview.

Idealiter laat je een journalist het interview leiden. Als dit niet mogelijk is, zoek dan wat vragen op die in het verleden in echte interviews met 350.org en Fossielvrij teams zijn gesteld (zie hieronder voor voorbeelden).

Laat elke deelnemer geïnterviewd worden voor de groep (als de groep erg groot is, kun je meerdere interviews tegelijk laten doen). Het moeten korte interviews zijn van ongeveer 3 minuten, afhankelijk van hoe veel tijd je hebt.

Daarna bekijken de deelnemers hun opnames en geven elkaar feedback hierop (zie de vorige oefening).

Zodra iedereen feedback heeft gekregen, licht dan de hoofdpunten die uit de feedback kwamen er nog een keer uit. Moedig deelnemers aan om te blijven oefenen, ook na deze workshop en vóór ze interviews/acties hebben. Eindig weer positief om deelnemers zelfverzekerd te laten voelen over het geven van interviews in de toekomst.

(Als de groep erg groot is, zorg dat mensen onderling mengen en één les met elkaar delen uit deze sessie)

Afsluiting: wat hebben we geleerd? (5 min)

Ga de groep rond en laat iedereen twee dingen noemen die ze meenemen uit deze workshop. 


Hand-out: Waar op te letten & feedback op interviews

  • Hebben ze hun boodschap weten over te brengen?
  • Hebben ze duidelijk gesproken en met korte zinnen?
  • Lieten ze stiltes vallen (een sterk middel om de impact van je woorden door te laten klinken en om mensen in de gelegenheid te stellen om het te verwerken)?
  • Hebben ze de boodschap op het publiek aangepast? Denk je dat het publiek het goed kon volgen / overtuigd werd?
  • Gaven ze concrete voorbeelden? Gebruikten ze campagnejargon (vermijden!) of spraken ze in abstracte of vage concepten (“rechtvaardige transitie”…”opbouwen van een beweging”)?
  • Waren er goede of slechte antwoorden qua inhoud?
  • Hoe reageerden ze op listige / provocatieve vragen?
    • De sleutel tot kalm en vriendelijk blijven. Als de journalist brutaal is, zal dat alleen maar een slechte reputatie geven aan de journalist. Het publiek ziet dat.
    • Vermijd het herhalen van negatieve vragen (bv. ‘Jullie hebben gefaald’ moet je niet beantwoorden met ‘we hebben niet gefaald’, want zo herhaal je de bewering).
    • Hebben ze lastige of minder relevante vragen terug kunnen vormen naar hun eigen punten? bv. door het accepteren van een vraag waar je geen belang in hebt om die te beantwoorden, en deze met een bruggetje terug te brengen naar waar je eigenlijk over wil praten (kernboodschappen), zoals: ‘dat is een belangrijk punt, maar we zijn hier vandaag om te laten zien dat…’
    • Hebben ze vragen waar aannames in zaten opnieuw geframed? Bv. de fossiele industrie heeft meer verantwoordelijkheid, dan ‘wij allemaal’. Of klimaatverandering is een kwestie van politieke wil, het is geen technisch probleem.
  • Houding en lichaamstaal: stralen ze energie en passie uit?
  • Karakter tonen: lieten ze hun persoonlijkheid zien (energie, glimlachen, passie, charisma)?
  • Geen handen vasthouden: sommige presentatiecoaches raden aan je handen vast te houden om te voorkomen dat je te veel gaat gebaren. Echter, dat kan er juist voor zorgen dat ons lichaam de energie op een andere manier gaat uiten (knipperende ogen, heen en weer wiegen, etc.). Het is beter om je handen natuurlijk te laten bewegen (tenzij je merkt dat je zo veel beweegt dat het afleidt of dat je gebaren te groot worden – je handen en onderarmen bewegen tot ellebooghoogte is vaak oké).
  • Stem: te zacht? Onnatuurlijk hoog?
  • Tempo en helderheid: te snel gesproken?
  • Ogen: houden ze oogcontact? Als je weg kijkt kan dat onzeker, niet overtuigend of onoprecht overkomen. Het zorgt er ook voor dat je niet in contact bent met de journalist en daarmee ook niet met je publiek.

Hand-out: Voorbeelden van interviewvragen

Pas het zoveel mogelijk aan naar de context van de actievoerder die je interviewt (bv. pas de vragen aan aan hun campagne/actie).

  • Wat zijn jullie hier aan het doen vandaag? [in de context van een actie ]
  • Waarom vraag je [doel van je campagne] om [eis van je campagne]?
  • Wat hebben jullie / heeft jullie campagne tot nu toe bereikt?/ Wat is jullie grootste succes?
  • Wat is klimaatverandering een probleem en waarom zouden we ons er zorgen om moeten maken?
  • Waarom vind jij persoonlijk klimaatverandering zo’n belangrijk probleem om iets aan te doen?
  • Wat is 350.org / Fossielvrij NL?
  • Je voert actie tegen fossiele brandstoffen, maar het feit blijft dat de fossiele energie onze energievraag vervult.
  • We hebben fossiele brandstoffen nog lang nodig om te voldoen aan de vraag naar energie.

Divestment;

  • Wat is Divestment?
  • Waarom vraag je [doelwit] om te stoppen met het investeren in fossiele brandstoffen?
  • Wat was het antwoord hierop van [doelwit]?
  • Hoe veel geld heeft [doelwit] geïnvesteerd in fossiele brandstoffen?
  • [Doelwit] heeft niet veel investeringen. Waarom doen jullie dit dan?
  • Als [doelwit] haar aandelen verkoopt, dan koopt iemand anders ze.
  • Wat heeft de Divestment-beweging tot nu toe bereikt?
  • [Doelwit] moet garanderen dat ze een goed rendement halen op hun investeringen.
  • Waar moet [doelwit] het geld dan in investeren?